9 april 2018

It took almost 3 years, but I am back! An update of the recent years

Hallo allemaal!

Na een lange tijd ben ik dan toch weer terug! Momenteel schrijf ik deze post, hoe verrassend, weer vanuit Japan. Tokio dit keer, waar ik toe ben aan de derde uitwisselingservaring in mijn leven. Ik ben hier nu voor de derde week. Voordat ik weg ging kreeg ik vanuit verschillende hoeken de vraag of ik weer mijn blog ging bijhouden. Nou, dit wilde ik wel, maar ik kwam er steeds niet aan toe. Ik wilde per se eerst een stukje schrijven die de tussentijd zou overbruggen. Anders is het zo raar. Dan is de laatste post van 2015 en dan ineens ga ik in 2018 weer verder met een nieuwe uitwisseling. Dat kan dus niet! Dit stukje zal dus voor de mensen die dichtbij me staan niet veel nieuwe dingen bevatten. Kortom, hier volgt een 'kleine' update tussen de laatste blogpost en nu!

Mijn laatste blogpost ja, 'My Diary in Hirado'. Toch een beetje verdrietig eigenlijk om weer op mijn blog te zijn, te zien dat ik 18 jaar ben (inmiddels 21...) en eigenlijk een heel open stuk tegen te komen. Deze laatste post dateerde uit mei 2015. Er zijn eigenlijk verschillende redenen waarom ik mijn blog niet meer heb afgemaakt tot het einde van mijn uitwisseling, twee maanden later in Juli. Er zijn aardig wat dingen gebeurd in de maand mei. Eerst kreeg ik een vriendinnetje, helemaal in Tokio. Je snapt, of weet, dat daar ook de nodige tijd in ging zitten. Maar de grootste gebeurtenis was eigenlijk dat de toestand van mijn lieve opa Joop snel achteruitging. Uiteindelijk overleed hij ook na een zinloos maar moedig gevecht tegen de ziekte die je zelfs je grootste vijand niet gunt. Een geweldige opa die mij altijd heeft gesteund en dan ineens niet meer bij je is. Ik zou deze blog dan ook vanaf nu aan hem op willen dragen. Want ergens weet ik zeker dat hij dit op de een of andere manier nog leest. Ten derde was ik ook toe aan de laatste twee maanden van mijn grote droom in Japan. Als je zelf op een uitwisselingsjaar bent geweest, zul je waarschijnlijk herkennen dat dit eigenlijk de maanden zijn waar je het meest van geniet. Je spreekt de taal inmiddels een beetje, hebt daardoor ook een grote vriendenkring opgebouwd en je gaat je realiseren dat dit echt de slotfase is van die ingrijpende, bijzondere ervaring waar je al die jaren naartoe hebt gewerkt. 

Van die laatste twee maanden weet ik natuurlijk, helaas, niet meer alles. Maar toch wil ik een kort overzicht geven. Er staan mij eigenlijk twee herinneringen heel erg voor de geest. Deze zijn voor mij vrij emotioneel, en dat merk ik ook nu weer als het in mijn hoofd opkomt. De eerste is eigenlijk het afscheid met mijn klasgenoten. Mijn laatste schooldag, of in ieder geval de laatste week, eindigde namelijk iets anders dan gepland. Je hebt op Japanse middelbare scholen aan het eind van de dag altijd de 'Souji', oftewel schoonmaak. Ik ging vaak naar de bibliotheek met een aantal klasgenoten om een van mijn favoriete docenten (Tsuji sensei, Engels) te helpen. Alleen op die ene dag, werd ik daar ineens niet toegelaten. Een paar jongens uit m'n klas stelde voor om vandaag een ander deel, namelijk het klaslokaal schoon te maken. Ik vond dit raar en eigenlijk ook niet zo leuk, maar ik had niks door. Na een tijdje vegen kwamen diezelfde jongens weer, maar dit keer om me mee te nemen naar de bibliotheek. Ik had nog steeds niks door, maar ik dacht iets in de richting van 'vage Japanners...'. Afijn, ik ging mee naar de bibliotheek. En toen ik daar de deur open deed, viel alles ineens op zijn plaats.

Misschien raad of weet je het al, maar mijn lieve klasgenoten hadden een verrassing voor me geregeld in de bibliotheek. Naar ik weet was bijna mijn hele klas aanwezig. Ik weet niet meer precies hoe ik uiteindelijk ontvangen ben, maar ik weet nog wel dat ik binnen no-time op een stoel zat. Hieromheen stond mijn klas. Ik kreeg een boek aangereikt van Natsune, een van mijn goede vriendinnen waar ik -als ik op tijd kwam dan- elke dag mee in de trein stond. Dit was geweldig. Het was een boek, geweldig gemaakt en versierd, met allemaal foto's van mijn klasgenoten erin met berichtjes aan mij. Daarnaast waren er veel foto's van mijzelf en mijn vrienden en alle klasgenoten. Ik kan met geen pen beschrijven hoe waardevol dit boek is. Vandaag de dag ligt het in mijn kast en durf ik er eigenlijk nooit in te kijken, wetende hoe emotioneel dit voor mij is. Maar toch, als er brand uitbreekt, is na mijn familie wakker maken dit boek toch echt wel een van de eerste dingen die ik zou pakken. Maar goed, ik dwaal af. Ik zat dus op die stoel, het boek in mijn hand, omringd door mijn klasgenoten. Ineens was daar ook Tsuji sensei... hij had een gitaar. Hij zette in en ineens zong de hele klas mijn absolute lievelingslied die eigenlijk al een emotionele lading voor mij had (Sangatu Kokonoka van Remioromen. Titelsong van '1 Litre of Tears', de verdrietigste en tegelijkertijd krachtigste Japanse drama die ik ooit heb gezien). Als ik vandaag de dag dit lied hoor, bijvoorbeeld in de karaoke, is dit de eerste herinnering die in me opkomt. Geweldig om zo een onthaal van je klasgenoten te krijgen. Echt een gevoel dat je niet kunt beschrijven, maar waarvoor ik heel dankbaar ben om het te hebben mogen ervaren. Eerder die dag kreeg ik ook, bij de schooldirecteur op zijn kantoor, in het bijzijn van mijn mentor (Ueno sensei) en een handjevol goede vrienden mijn getuigschrift uitgereikt. Ik nam afscheid en aan het eind van de dag lieten de docenten uit mijn hart, Ueno- en Tsuji sensei, mij uit. Tot aan het schoolhek. In mijn schooluniform. Mijn uitwisseling was ten einde.

De tweede herinnering ligt eigenlijk een beetje in het verlengde. Dit was namelijk écht de laatste dag. De dag dat ik per Shinkansen vertrok naar Tokio om vanaf daar met andere AFS'ers weer terug naar Nederland te vliegen. Ik had aan iedereen die ik kende wel een beetje laten doorschemeren hoe laat ik waar zou zijn enzo. Maar de opkomst had ik nooit durven dromen. Naast natuurlijk AFS-vrijwilligers, stond zo'n beetje mijn hele klas ook bij de zilveren klok op het station van Nagoya. En niet alleen mijn klas, ook heel veel vrienden en vriendinnen van daarbuiten. Bijvoorbeeld van Chigusa high school, waar ik een aantal keer ben geweest om over Nederland te presenteren. Ik kreeg last minute nog heel wat cadeautjes, die ik natuurlijk niet echt kon meenemen. Voorbeelden? Een enorme zak met allemaal soorten matcha-snoepjes (ze weten waar waar ik van hou...) en een klein prikbordje van een goede vriendin met allemaal foto's erop van ons. Deze laatste ging natuurlijk mee. Op een gegeven momente vloeide de tranen enorm en was het tijd om te gaan. Ineens zat ik dus in die Shinkansen, samen met de twee meisjes uit hetzelfde AFS-chapter. Het bijzondere was, dat richting Tokio, er ook nog andere AFS'ers instapen. Bijvoorbeeld een van de Nederlandse meisjes. Zo maakte we ook het emotionele afscheid van hen een beetje mee. In Tokio hadden we uiteindelijk niet veel meer te doen. De grootste uitdaging: inchecken!!!! Nooooooooit word je handbagage koffer gewogen... behalve als je naar huis gaat na een uitwisseling van 11 maanden!! Een ramp voor mij: ik had iets van 12 kilo overgewicht! Ik zal u het leed in detail besparen, maar het komt erop neer dat ik naast veel eten en een paar schoenen en boeken niet veel weg heb gegooid. Mijn alternatief: Alle vesten, jassen, broeken, sokken aantrekken en daarin zoveel mogelijk andere kleren doen. Ik ging als een sumo-worstelaar met 43 graden koorts uiteindelijk door de bagage-check, waar ik voortreffelijk werd uitgelachen door het grondpersoneel. En na de check kon alles weer uit, maar paste de helft niet meer in m'n koffer omdat ik het eerst zo netjes had opgevouwen. Bizar, waar doe je het eigenlijk voor. Afijn, eind goed al goed, en dit was de laatste ervaring in Japan.

En ja, dan kom je weer terug in Nederland. Ik voelde me toch echt wel een beetje een Japanner. Ik ging als 17-jarige en kwam terug als volwassenen. Dit is toch een periode waarin je echt nog gevormd word als een persoon, en dat kon ik goed merken. Op het vliegveld stond een grote delegatie van mijn familie en een aantal vrienden op me te wachten. Een mooi en bijzonder onthaal. Alleen moest ik dus even wennen weer aan de fysieke knuffelheid van de Nederlanders. Tja, waar moest ik eigenlijk niet aan wennen. Na een jaar in een Japans gezin, op een Japanse school, in... Japan? Was ik toch echt veranderd. Reverse culture shock? JA. 

Afijn, alles went en waar een deur dicht gaat, gaat er ook weer een open. Naar ik mij herinner ben ik niet echt depressief of down geweest. Ja en als ik dat was kwam dat door mijn relatie destijds. Daar ga ik geen woorden meer aan vuil maken op deze blog, ben nu natuurlijk happy single! haha. Maar goed, na een zomervakantie om alles weer een beetje op een rijtje te krijgen, begon mijn opleiding: Trade Management Asia aan de Hogeschool Rotterdam (Rotterdam Business School). Momenteel zit ik in mijn derde jaar van deze opleiding. Het heeft een beetje ups en downs. De ene keer ben ik heel blij dat ik voor de opleiding heb gekozen, en zie ik dat het me op een bepaalde manier kansen geeft, maar de andere keer kan ik de opleiding in zijn geheel wel schieten. Het gaat dan vaak om groepsprojecten waarvan ik zelf op de een of andere manier vaak de hardwerkende ben. Niet altijd natuurlijk, maar omdat je afhankelijk bent van anderen en dus ook van omgevingsfactoren is dit niet mijn favoriete onderdeel. Soms pakt dit juist heel goed uit hoor. Om een korte samenvatting te geven: In het eerste jaar heb je vier projecten: informatierapport opstellen voor MKB's die zaken willen doen in Azië, een marktonderzoek verrichten voor een Aziatisch product op de Nederlandse markt, een bedrijfsanalyse uitvoeren voor een bestaand bedrijf en uiteindelijk een soort fictieve ondernemersgame op het gebied van bedrijfseconomie. Dit zijn allemaal nog vrij kleine projecten waarbij de focus ook erg op het proces ligt. In het tweede jaar heb je project 'De Importonderneming'. Hier heb ik goede herinneringen aan en hier had ik ook een vrij goede groep mee. Na een trendanalyse en vele brainstormsessies besloten we om OV-kaarthouders die je achterop je telefoon kunt plakken te gaan importeren. Iedereen had binnen 2 managementperiode's zijn eigen rol in het bedrijfje. Dit bedrijfje is overigens niet fictief, het is een daadwerkelijk in het KVK-register ingeschreven importbedrijf. We contracteerde een producent in Guangzhou, China en bestelde onze producten. Dit ging met het geld van de aandeelhouders. Uiteindelijk hebben we 500 producten verkocht en konden we naast het uitkeren van wat dividend toch ook nog een leuk zakcentje zelf overhouden. Ik was dit project heel erg gedreven en enthousiast. Dit werd beloond met de uitreiking van de beker 'Manager of the year' voor mijn rol als Algemeen Directeur bij ons bedrijf SPCTY (Smart Products Come To You). 

Het laatste deel van het tweede jaar stond in het teken van een stage. Die moesten we zelf zien te vinden. Mijn interesse ligt erg bij het cross-culturele deel van de studie, meer dan bij het economische deel. Ook heb ik erg veel interesse in politiek en in het bijzonder overheidswerk. Bij de Japanse ambassade hoefde ik het niet te proberen, maar ik wilde hoog inzetten. Zo kwam ik uiteindelijk op bezoek bij de Thaise ambassade in Den Haag. Zij hadden nog nooit een Nederlande stagiar gehad, en waren wel benieuwd. Daar ging ik dan in mijn pak, waar door mijn gewichtstoename mijn pantalon niet eens dicht kon. Dat probeerde ik dan te verbergen door precies mijn riem over het bovenste knoopje te spannen zodat dat niet op zou vallen (wel). Ik zat met veel zenuwen in een ontvangstzaaltje met een geweldig mooi kopje thee, naast grote portretten van de Thaise koning. Binnen een paar minuten kwamen twee diplomaten de zaal binnen: een van publieksdiplomatie en een van economische-/politieke zaken. Ik had een heel leuk gesprek, in het Engels natuurlijk, en mijn stage was geregeld!

Ik moet zeggen, dat ik van deze stag eigenlijk ook een blog had moeten bijhouden. Het was een geweldige ervaring waarvoor ik vandaag ook nog steeds heel dankbaar ben. Ik werkte op de ambassade voor ongeveer vier maanden voor vier dagen in de week (ambtenaarstijden). Ik zat op de derde verdieping, had mijn eigen bureau en zat in dezelfde ruimten als twee medewerkers: Pii Nam en Pii Nite (Pii is een soort beleefdheidsvorm, vergelijkbaar met het Japanse -san). Geweldige collega's waar ik veel me heb gelachen. Net als Toy overigens, een Thais vrouwtje die een beetje het huishouden deed binnen de ambassade. Ze sprak geen woord Engels of Nederlands, maar ik had een geweldige band met haar, haha. Ze deed me soms een beetje denken aan Shingo's moeder, omdat dat hetzelfde begon. Ze gaf me best veel eten en soms kookte ze zelfs voor me. Over eten gesproken, dat doen ze wel binnen de ambassade. Anderhalf uur lunchpauze en niemand met gesmeerde broodjes. Allemaal koken of gekookte dingen opwarmen. Ik zat met broodjes op de eerste dag, maar dat kon natuurlijk niet. De dag erna kreeg ik van Toy iets wat ik moeilijk kon identificeren. Er zaten wel veel botten in, met vet eraan, haha. Dit kwam een paar keer per week terug. Ik woonde op mezelf in Den Haag voor mijn stageperiode, dus soms nam ik zelf ook maar gewoon iets mee. Ik ben kilo's aangekomen op die ambassade... 

Mijn werkzaamheden bestonden voornamelijk uit het doen van onderzoek voor de afdeling Economie en Politiek. Ik deed onderzoek naar NGO-beleid in Nederland, social issues die samengingen met handel en daarnaast ook consumententrends. Dit rapporteerde ik naar de verantwoordelijk diplomaat, die de inhoud hiervan kon gebruiken voor haar rapportages richting de Thaise overheid. Daarnaast heb ik ook meegeholpen met het organiseren van een grote happening: een bezoek van de Thaise prinses aan Nederland om mee te doen aan een paardenrace. Ik onderhield het contact met de manege. Hier kwamen aardig wat cross-culturele dingen bij kijken. De manege had een vrij pittige tante als contactpersoon, waar ik veel mee moest bellen en mailen. Ik vond dit steeds moeilijker, omdat ik steeds andere, vage instructies kreeg. Zo moest ik reserveringen maken voor peperdure VIP-plekken. Eerst waren dit er 20, dan weer 8, dan weer 12 dan weer 6... Dat soort dingen. En dat moest ik dan steeds communiceren, en dat ging natuurlijk niet zo makkelijk. Sowieso houden ze van dingen checken, en moest ik dit steeds doen. Aan de ene kant ben je Nederlander en weet je dat je sommige dingen beter niet kunt doen, maar aan de andere kant ben je vertegenwoordiger van de Thaise overheid en mag je niks fout doen. Moeilijk maar zeer interessant. Naast de coördinatie ben ik ook in contact geweest met verschillende hotels om bezoeken te plannen. Hier ging ik zelf ook mee, samen met de ambassadrice en vaak een paar diplomaten. Kamer voor de princes uitzoeken: hoe duurder, hoe beter! Toen alles eenmaal begon, verplaatste bijna iedereen van de ambassade naar het hotel waar de prinses ook verbleef. Ik ging dus ook naar Roosendaal. Wat een enorme uitdaging voor me was? Ik was chaffeur voor de tweede man van de ambassade: de minister-counsellor!!! OMG. Ik had ineens een sleutel van een Audi A7 met CD-kenteken. Nog nooit had ik een automaat bestuurd, noch zo'n grote verantwoordelijkheid op mijn schouders. Maar toch deed ik het, met mijn rijbewijs nog geen jaar op zak. Op locatie waren mijn taken wisselend, maar bestond het voornamelijk uit rijden voor de een of de ander. Ook ging ik mee naar de manege om van alles te regelen/erop toe te zien dat alles goed verloopt. De positie van een lid van het koninklijk huis in Thailand is totaal niet vergelijkbaar met die in Nederland. De prinses, dochter van de nieuwe koning, was een soort godin. Zo ging ineens de ambassadrice ook diep door haar knieën, terwijl dit nou juist zo'n statig en aan luxe gewend vrouwtje is. Heel bijzonder om mee te maken. Naast mij waren trouwens nog 3 gasten: waarvan twee officiële diplomatieke chauffeurs. Zij hadden natuurlijk de belangrijke ritten. Gelukkig maar, want ik zou die verantwoordelijkheid niet willen. Over het algemeen werden de prinses en haar hoge overheidsfunctionarissen (inclusief legerchef) vervoerd in een busje, die werd begeleid door andere auto's. Een heuse 'motorcade' dus. Op een vrije dag wilde ze gaan shoppen overigens. Ook dit wordt van te voren allemaal uitgestippeld. Echter wilde ze op een gegeven moment heel ergens anders heen. Dat zorgt voor veel zweet en stress bij de diplomaten. Op een gegeven moment kreeg ik orders van de minister-counselor om zo snel mogelijk naar een bepaalde winkel te rijden voor ruiterspullen. We moesten natuurlijk als eerste arriveren om te zorgen dat de hele motorcade voor de deur kon stoppen en er geen auto's of wat dan ook in de weg stonden. Stel je voor dat de prinses tien metertjes zou moeten lopen... En die rit daarnaartoe ging snel. Veel sneller dan je zou rijden zonder CD-kenteken. Maar ja, ik volg slechts de orders van de baas! :-) 

Ten slotte, is de wil van de prinses wet. Beter gezegd: de wil van de prinses is de angst van de diplomaat. Dit heb ik zelf ook geweten. Op een gegeven moment zat ik 's avonds met een paar andere medewerkers te eten in het ingerichte kantoor in het hotel. Toen kwam een diplomaat aanstormen en schoot me aan. De prinses wilde een bepaald tijdschrift hebben, en dit moest snel geregeld worden. Ik keek op de klok: 19:40 of zo iets? En de winkels gingen allemaal om 20:00 dicht. Ik bedacht me geen moment, en rende naar de buitendeur. In mijn ene hand een briefje met de naam van het tijdschrift, in de andere de sleutel van weer een andere diplomaten auto. Ik racete naar de Albert Heijn, daar zullen ze het wel hebben. Ik sprintte de winkel in en zocht hevig naar het tijdschrift. Nergens te vinden. Ik riep een medewerker die me hielp zoeken, maar ook dit was tevergeefs. Stel je voor hoe ik daar in die winkel stond. Het was inmiddels 19:52, en ik had de belangrijke opdracht aangenomen om aan de directe wensen van de koninklijke hoogheid te voldoen. Ik had het op me genomen. Ik zou het wel regelen, en nu kon ik dit niet waarmaken. Zweetdruppels overal. Zonder hier op dat moment al te veel bij stil te staan, gooide ik de tijdschriften weer een beetje het vak in en rende ik naar de auto. Er was een Jumbo dichtbij. Snel zette ik de navigatie aan en racete ik die kant op. Ik zette de auto zo ongeveer voor de voordeur, wat je natuurlijk niet mag doen. Maar ik wel, met m'n CD-kenteken. De deuren waren al dicht maar het was nog geen 20:00. Met een paar keer roepen dat ik namens de ambassade kwam, mocht ik toch nog naar binnen. YES! Ik zoeken en ja hoor, ze hadden het tijdschrift!!! Ik rekende het af en zag ook nog een appje van een diplomaat op dat moment. Of ik vier dozen aardbeien en een tandenborstel mee wilde nemen. Ook dit deed ik. Bezeten door de adrenaline maar met een vleugje oplichting racete ik terug naar het hotel en gaf ik de spullen af. Ze waren blij met me. Toen hoorde ik overigens van de aardbei-diplomaat dat de aardbeien niet meer hoefden... Hoe snel dingen wel niet kunnen veranderen in een Aziatische context! 

Afijn, dit zijn slechts een aantal bijzondere ervaring van mijn stage. Heel bijzonder om mee te maken. Ik ben ook nog een keer met de enorm dure Mercedes van de minister-counselor zelf gereden. Passagiers? Pii Nite, de vrouw en kinderen van de minister-counselor en de twee hondjes van de prinses. TWEE HONDJES VAN DE PRINSES. Als ik daar een ongeluk mee had gekregen, was ik wereldnieuws geworden. Dat besefte ik. De auto was enorm lang en breed, en ik had er nog nooit in gereden. En nu wel, met een enorme verantwoordelijkheid... Afijn, naast het rijden heb ik ook enorm veel geleerd bij de ambassade. Hoe het diplomatieke werk in elkaar steekt, hoe sterk de Aziatische hiërarchische structuur wel niet kan zijn, hoe goed Thaise mensen tegen pittig eten kunnen en hoe warm het altijd is op de 3e verdieping van de ambassade, et cetera. Ik ben super blij dat ik dit heb gedaan, en het heeft me van veel inzichten voorzien. Ik ben overigens nog twee keer terug geweest bij de ambassade. Geweldig ontvangst. Een relatie die niet snel meer over zal gaan :-). Ik heb trouwens een officiële, onderbouwde beoordeling gekregen voor mijn stage van de minister-counselor: Een 10 met een griffel :-).

Het derde jaar van mijn studie ging iets stroever. Het eerste halfjaar stond namelijk in het teken van het exportproject. Dit is in de ogen van elke TMA'er (inclusief de docenten) het project wat niemand haalt. Je mag zelf groepjes maken, en dit doe je een beetje tactisch. Toch is dat niet helemaal goed gegaan. Ik werd een soort automatisch de groepsleider, en wilde dit project koste wat het kost halen. We gingen de samenwerking aan met een bedrijf in Maasdijk, die biologische groenten kweekt en dit exporteert naar vele markten op eigenlijk alle continenten. Toch waren zij benieuwd naar nieuwe mogelijkheden in Azië. Dit was precies wat wij voor ons project moesten doen! Uiteindelijk waren we met een landenfilter uitgekomen in Vietnam, en hebben we de rest van dit hele onderzoek gedaan met Vietnam als land. Bij dit project krijg je helemaal geen begeleiding meer. Eens in de week heb je tutor-meeting. Dit houdt in, vier groepjes zitten bij elkaar en moeten praten over een bepaald onderwerp. De tutor zegt niks en zit er alleen bij om de vergadering te beoordeling. Dit is de enige 'begeleiding' die je krijgt en voor de rest mag je alles zelf uitzoeken. Uiteindelijk is ons project met een onvoldoende beoordeeld. Hoofdzakelijk vanwege het gebruik van een aantal verkeerde factoren in het landenfilter. Conclusie: het land was verkeerd en alles moest overnieuw. Hier heb ik even een paar weken voor nodig gehad om eroverheen te komen. Bij mijn overige groepsleden was de motivatie bijna helemaal weg, en sommigen gingen in Januari al weg naar Azië om hun uitwisselingsjaar te starten. Gevolg: Ik heb zo'n 90% van de nieuwe versie helemaal in mijn eentje gedaan. Je moet echt denken aan twee maanden keihard vanaf het begin af aan werken aan een groot project. Ik heb hier mijn levenswerk van gemaakt en dit uiteindelijk ingeleverd. Resultaat: iets rond een 7.5. Wat een opluchting! Wat mij extra dreef, ondanks dat ik na de eerste klap ook veel van mijn motivatie was kwijtgeraakt, was het feit dat als ik het nu niet zou halen, ik sowieso studievertraging zou hebben. Na het Aziëjaar, zou je dan namelijk niet aan je scriptie mogen beginnen. Het waren twee vreselijke maanden, maar oh wat ben ik blij met het resultaat. En mijn groepsgenoten? Die krijgen voor nul moeite gewoon hetzelfde cijfer. Welkom op het HBO...

Ondanks dat ik me veel voor school heb ingezet, doe ik ook nog heel wat dingen daarnaast. Zo ben ik na terugkomst van mijn AFS-jaar, actief vrijwilliger geworden voor AFS. Zo heb ik oriëntatie- en eindkampen helpen organiseren en leiden voor inkomende studenten uit het buitenland. Ook heb ik meegeholpen met regiodagen, bij de selectie van aspirant-Japangangers en heb ik onlangs het kantoor wat geholpen met het buddy- en contactpersoonsbeleid. Afgelopen zomer heb ik me keihard ingezet voor het zoeken van een gastgezin voor een Japans meisje die in september naar Nederland kwam. Ik wist haar te plaatsen op het Leeuwenhorst, mijn oude school. Het gastgezin zoeken was echter een stuk moeilijker, en dit bracht veel stres met zich mee. Geïnteresseerden die veel vragen stellen en uiteindelijk toch geen tijd hebben... zucht. Uiteindelijk is ook dit, op de valreep goedgekomen. Met veel dank aan het gastgezin overigens. Van dat Japanse meisje ben ik overigens tot deze maand ook contactpersoon geweest. Dat houdt in dat je met haar regelmatig contact hebt, maar ook met het gastgezin. Je spoort eventuele problemen op en helpt ze oplossen. Heel interessant om dit soort dingen bij AFS te doen. Je krijgt er geen geld voor, maar wel veel voldoening en motivatie. Overigens voelt het ook wel fijn om iets 'terug te doen' voor een organisatie die ook veel voor mij heeft gedaan tijdens mijn uitwisselingsjaar. Wie goed doet, goed ontmoet. Maar wie eerst goed ontmoet, moet ook wel eens goed terug doen. :-)

Daarnaast werkte ik natuurlijk ook weer bij de Albert Heijn, als groenteman! Je moet natuurlijk ook ergens je geld vandaan halen! Ook ben ik vrijwilliger geweest bij Rangaku, een platform waarmee ik samen met mijn docent van TMA een aantal keer per jaar netwerkborrels organiseerde voor Nederlandse studenten die een link hebben met Japan en Japanse werkenden in Nederland. Erg leuke evenementen en ook erg leuk om ze te organiseren. 

Nu heb ik allemaal zaken opgenoemd die ik gedaan heb de afgelopen jaren. U zult misschien denken dat ik een druk leven heb... en dat klopt ook! Ik heb echter nog niet genoemd waar ik ook veel energie in heb gestoken. Misschien herinnert u zich nog mijn eerste post, waarin ik uitlegde dat mijn eerste aanraking met Japan was via een korte culturele uitwisseling via mijn middelbare school. De Japanse stad Hirado heeft namelijk een stedenband met de Nederlandse gemeente Noordwijkerhout. De eerste editie van deze scholenuitwisseling vond plaats in 2012, waar als lid van de eerste groep aan deelnam. In de tussentijd is mijn passie voor Japan zich steeds meer gaan ontwikkelen. Zo heb ik natuurlijk het high school jaar gedaan, me de taal eigen gemaakt en ben ik ook vandaag de dag nog bezig met Japan, o.a. in mijn studie. In augustus 2016 ben ik daarom gevraagd om toe te treden door het bestuur van de stedenband, Stichting Hirado-Noordwijkerhout. Deze stichting coordineert de activiteiten rondom de stedenband namens de gemeente Noordwijkerhout. Ik was, en ben nog steeds, erg blij en gelukkig met deze uitnodiging. Die heb ik natuurlijk met drie handen tegelijk heb aangepakt. Deze stap heeft me hele mooie dingen gebracht. 

Na de korte uitwisseling, inmiddels dus zes jaar geleden, heeft mijn leven even op zijn kop gestaan. Zo was ik lichtelijk depressief toen de uitwisseling ten einde was. Toch heb ik goed mijn middelbare school afgerond en ben ik uiteindelijk natuurlijk een jaar naar Japan geweest. Er zijn destijds ook veel 'vrienden' danwel bekenden geweest die achter mijn rug om praatte en me een beetje weg zetten als een Japan-geobsedeerde. Misschien klopte dit ook wel deels destijds, maar inmiddels had ik het natuurlijk omgezet naar iets moois. Afijn, het pad van mijn leven was dus een beetje ingericht. Toch lagen de grondslagen van dit alles bij de Hirado-uitwisseling. Een prachtig project waar ik maar moeilijk afstand van kon nemen. Uiteindelijk werd ik dus gevraagd voor het bestuur. In de zomer van 2016 kwamen twee Japanse bloemisten inclusief hun vertaler (Remco) naar Nederland voor de aftrap van het culturele uitwisselingsproject 'Growing Friendship Through Flowers'. Hier was ik voor het eerst weer betrokken bij de stedenband. Ook heb ik bij de eerstvolgende groepen deelnemers aan de uitwisseling wat voorlichting gegeven over Japan en heb ik delen van het programma meegelopen. Daarnaast is vooral veel achter de schermen gebeurd. Samen met de voorzitter, Bart, hebben we verschillende zaken ondernomen en besproken. Halverwege 2017 werd de volgende stap duidelijk: bij de zesde groep zou ik deelnemen aan de uitwisseling. Dit keer als vertegenwoordiger van de Stichting Hirado-Noordwijkerhout. Een geweldige nieuwe stap en uitdaging. Een kans uit duizenden, waar ik met veel dankbaarheid ja tegen heb gezegd.

De nieuwe groep was beslist, en ook voor hun deed ik een presentatie over Japan. Altijd heel erg leuk. Dingen die voor mijzelf normaal zijn geworden, zijn dat voor anderen natuurlijk niet. Voorbeelden: het Japanse badritueel, de bedden, wat cultuurdingetjes... Super leuk om te zien hoe 'buitenstaanders' daarover denken en daar tegenaan kijken. En hoe je ze dan iets kan uitleggen waardoor ze het toch een beetje snappen. In oktober was het dan zover: samen met de nieuwe leerlingen en drie docenten reisde ik af naar Hirado. Het was een geweldige ervaring. Dezelfde uitwisseling, maar dan vanuit een heel ander perspectief. Ik vond het overigens ook heel interessant om te zien hoe de Japanse gemeente met mij omging. Ik was dan wel vertegenwoordiger van de Stichting, maar zo'n jong iemand waren ze daarvoor niet gewend. In Japan gaan dit soort posten naar mensen met ervaring in plaats van naar mensen die juist een nauwe binding met het project hebben. Toch werd ik over het algemeen erg serieus genomen, waar ik erg blij mee was. De twee weken in het kort: geweldig. Dat is eigenlijk veel te kort om te beschrijven, maar het is wel echt zo. Ik vind het zo geweldig om te zien hoe een nieuwe groep, enthousiaste leerlingen dezelfde ervaring ingaan met evenveel kennis als dat ik ooit had, zes jaar geleden. Prachtig om te zien hoe ze dat interculturele leerproces ervaren, en hoe snel je ze ziet groeien in die korte periode. Dit is echt iets waar ik super veel kracht en energie uithaal om niet alleen het stichtingwerk, maar ook alles daarbuiten nóg beter te kunnen doen. Met de docenten was het ook super. Rudolf was mee, dit keer als coördinator van het project vanuit het Leeuwenhorst. Hij was ook mee met mijn groep zes jaar geleden, wat het nóg bijzonderder maakte. De andere twee docenten waren ook super, en met z'n vieren hadden we gewoon een hele goede klik. Vele toespraken en dinertjes (inclusief die met de burgemeester) waren ook deel van het programma. Japan in een ander perspectief, op een ander niveau. Aan de ene kant begeleider van een groep gemotiveerde scholieren, en aan de andere kant vertegenwoordiger van de Nederlandse gemeente in Japan. En ergens in het midden een Rick die van elke seconde genoot. Dit is écht het soort werk waar ik gelukkig van wordt. 

Afgelopen maart kwam de Japanse groep naar Nederland. Ook dit was, bijna vanzelfsprekend, een fantastische ervaring. Voor de leerlingen weer een nieuwe kant aan het interculturele avontuur, en voor de Japanners natuurlijk ook een geweldige ervaring. De kans die ik heb gekregen om dit soort werk te mogen doen, voelt voor mij écht als een cadeautje vanuit de hemel. In het bijzonder ben ik de voorzitter, Bart, ENORM dankbaar dat hij mij anderhalf jaar geleden heeft gevraagd om zitting te nemen in het bestuur van de stichting. Een nieuwe kans om mezelf te ontwikkelen en om weer een stapje dichterbij mijn droom te komen: een brug vormen tussen Nederland en Japan. Bart, mocht je dit lezen: ik ben je echt heel dankbaar voor deze geweldige kansen. Ik hoop het nog heel lang te mogen doen :-)

Zo, dit was de korte versie van waar ik de afgelopen 3 jaar, sinds mijn vorige blogspot, mee bezig ben geweest. Ik hoor u denken: 'de korte?!'. Uhm... ja, de korte! :-) 

Zoals ik in het begin al even aanstipte, ben ik momenteel dus weer in Japan. Een verplicht onderdeel van mijn studie is een jaar studie en stage in Azië (lees: Japan, China of Indonesië). Voor mij was die keuze natuurlijk niet zo moeilijk. Ik wilde heel graag naar Sophia University, de universiteit die van het rijtje partneruniversiteiten in Japan de beste naam heeft. Naast dat het me gewoon een hele leuke universiteit leek, speelde die naamsbekendheid ook wel een rol. Mocht ik na mijn studie in Japan een baan gaan zoeken, zou de vermelding hiervan zeker op mijn CV helpen. Welnu: ik ben aangenomen. Tot augustus zal ik hier studeren, en aansluitend zal ik een stage moeten lopen in Japan. Mijn terugvlucht is geboekt op 4 januari. Vanaf volgende post op deze blog zal ik mijn ervaringen in Japan weer met u gaan delen. 

Mocht u tot het einde zijn gekomen van deze post, dan dank ik u hartelijk voor uw tijd en wellicht ook moeite. Tot een volgende post!!!

Rick.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Ik zou het heel leuk vinden als u een berichtje achterlaat. :-)